Wat is de betekenis van Vervoeging?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vervoeging

vervoeging - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) de verbuiging van een werkwoord De vervoeging van het werkwoord werd door alle leerlingen fout gedaan. Woordherkomst Naamwoord van handeling van vervoegen met het achtervoegsel -ing.

2024-04-20
Begrippen Over taal

Taaladvies (2017)

Vervoeging

Onder vervoeging (of: conjugatie) worden de vormveranderingen verstaan bij werkwoorden, waarmee tijd (1), persoon (2), getal (3) en/of wijs (4) worden uitgedrukt: (1) het brandt (onvoltooid tegenwoordige tijd) - het brandde (onvoltooid verleden tijd) (2) ik loop (eerste persoon) - jij loopt (tweede persoon) (3) hij werkt (enkelvoud) - zij werken (m...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vervoeging

vervoeging - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-voe-ging 1. verandering van vorm die nodig is om een werkwoord in een zin te laten passen ♢ de vervoeging van 'worden' is onder andere 'word' en 'wordt' Zelfstandig naamwoord: ver-voe-ging...

2024-04-20
Termenlijst taaluniversum

NN (2000)

Vervoeging

Onder vervoeging (of: conjugatie) worden de vormveranderingen verstaan bij werkwoorden, waarmee tijd (1), persoon (2), getal (3) en-of wijs (4) worden uitgedrukt.

2024-04-20
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

vervoeging

conjugatie; in de spraakkunst: het veranderen van werkwoorden naar tijd (ik kom ik kwam), persoon (ik kom jij komt), getal (ik kom wij komen) en wijze (kom hier uw rijk kome hij komt).

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vervoeging

s., forfoarming.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vervoeging

v. (-en), het vervoegen, conjugatie: de sterke en de zwakke vervoeging.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Vervoeging

is de vertaling van het Lat. conjugalio en duidt de vormveranderingen van het werkwoord aan in overeenstemming met zijn functie in de zin. Wijzigingen van de stamvocaal en suffixen dienen voor de vorming der tijden en wijzen, terwijl de persoonsuitgangen naar alle waarschijnlijkheid oorspronkelijk zelfstandige voornaamwoorden geweest zijn.