Wat is de betekenis van VERTIMMEREN?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vertimmeren

v., fortimmerje, forklosse.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vertimmeren

(vertimmerde, heeft vertimmerd), 1.anders timmeren, verbouwen: zijn huis laten vertimmeren ; 2. timmerende verbruiken: al het hout is vertimmerd ; 3. ten koste leggen aan verbouwingen : veel geld aan een huis vertimmeren; 4. ons uitzicht is vertimmerd, door betimmering weggenomen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vertimmeren

vertimmerde, h. vertimmerd (1 anders [doen] timmeren; 2 inz. geld aan timmeren, verbouwen besteden): 1. een huis vertimmeren; 2. er een aardig sommetje aan vertimmeren.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vertimmeren

(vər'timmərən) (vertimmerde, heeft vertimmerd) 1. anders timmeren : een huis -. 2. timmerend verbruiken. 3. ten koste leggen aan verbouwingen : veel geld -. 4. door betimmering wegnemen ; ons uitzicht is vertimmerd.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vertimmeren

(vertimmerde, heeft vertimmerd), 1. anders timmeren, verbouwen; 2. timmerend verbruiken; 3. ten koste leggen aan verbouwingen: veel geld aan een huis vertimmeren.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERTIMMEREN

VERTIMMEREN - (vertimmerde, heeft vertimmerd), anders timmeren, verbouwen: zijn huis laten vertimmeren; timmerende verbruiken: al het hout is vertimmerd; ten koste leggen aan verbouwingen: veel geld aan een huis vertimmeren; ons uitzicht is vertimmerd, door betimmering weggenomen. VERTIMMERING, v. (-en), het vertimmeren; verbouwing.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Vertimmeren

b.w. - Herstellen, op nieuw timmeren.