Wat is de betekenis van verrassen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verrassen

verrassen - Werkwoord 1. (ov) onverwachts confronteren, overrompelen De chanteur werd verrast door de bewijzen tegen hem. 2. (ov) iemand onverwachts verblijden Ik wil je graag verrassen met dit cadeau. Woordherkomst Van (S) verraschen;...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verrassen

verrassen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-ras-sen 1. iemand blij maken terwijl hij dat niet verwacht ♢ hij verraste mij met een bos bloemen 2. onverwacht overvallen ♢ we werden verrast doo...

2024-04-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

verrassen

(verraste, heeft verrast), (i.h.b.:) een muzikale hulde brengen met een bazuinkoor( ), ter middernacht of 's morgens vroeg, ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis of omstandigheid. Gisterenmorgen omstreeks vijf uur in de ochtend werd dhr. Graanoogst verrast met een bazuin koor( ) door de manschappen van de politiekapel (DWT 193-1981)....

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verrassen

v., oer ’t mad, mêd komme; (overvallen), oerfalle; (iets geven), forraskje.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verrassen

verraste, h. verrast (eig. ras overvallen; 1 te vlug af zijn, overrompelen; 2 fig. onverwacht komen; 3 een verrassing in bet. 1 geven): 1. een stad verrassen; de vijand werd verrast; 2. uw bezoek verrast ons; iem. verrassen; 3. met St.-Nicolaas willen ze u verrassen met.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verrassen

(verraste, heeft verrast) [ras overvallen] 1. onverwacht overvallen ➝ een kwaaddoener -. Syn. ➝ betrappen. 2. onverwacht doen. 3. snel en onverwacht vermeesteren: een stad, de vijand -. 4. onverwacht komen: uw bezoek verrast ons. Syn. ➝ bevreemden. 5. onverwacht verblijden: een -de tijding.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verrassen

(verraste, heeft verrast), 1. eig. te gauw af zijn; betrappen: een dief verrassen; 2. (vandaar) onverhoeds aanvallen of overvallen: zij lieten zich niet verrassen; 3. onverwachts treffen, overrompelen: de dood verraste hem midden onder zijn werk; onverwachts komen: aangenaam verrast zijn, iets onverwachts ervaren dat prettig is; 4. onverwachts ve...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Verrassen

van ras = snel; en ver = over (vgl. Vernachten), dus: zich snel over of op iemand werpen; vgl. overvallen, en ’t Hgd. überraschen.