verprutsen
verprutsen - Werkwoord 1. iets waardeloos maken, iets verknoeien, verpesten ♢ De vlek verprutste de mooie trouwjurk en daarmee ook de hele bruiloft. 2. niet nuttig gebruiken ♢ Hij verprutste zijn tijd, geld en moeite door maar te blijven werken aan de onmogel...