Wat is de betekenis van VERMAAKSHALVE?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vermaakshalve

bw., tot, bij wijze van vermaak : vermaakshalve gaan timmeren.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vermaakshalve

bw. (om zich te vermaken): vermaakshalve iets doen; vermaakshalve gaan tuinieren.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vermaakshalve

bw. om zich te vermaken.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERMAAKSHALVE

VERMAAKSHALVE - bw. om tot vermaak te dienen.

Gerelateerde zoekopdrachten