Wat is de betekenis van verknijzen?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

verknijzen

1) (1906) (Barg.) bespieden; verraden. Maar ook: bederven (zie citaat 1931). • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Je zult de heele zaak verknijzen als je blijft loeien als een dolle stier. (De courant Het nieuws van den dag, 02/02/1931) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 193...

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Verknijzen

(Barg.) verraden; bespieden.

2024-04-30
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

verknijzen

verraden; bespieden.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verknijzen

zie v e r k n i e z e n.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

verknijzen

verknijzen - (argot) verraden;ook: bespieden.

Gerelateerde zoekopdrachten