Wat is de betekenis van verkleuren?

verkleuren - Werkwoord 1. (intr) van kleur veranderen Woordherkomst afgeleid van kleur met het voorvoegsel ver- met het achtervoegsel -en Verwante begrippen kwijnen, verdorren, verflensen, verleppen, verwelken

verkleuren - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-kleu-ren 1. van kleur veranderen ♢ in de herfst verkleuren de bladeren van de bomen 2. minder fel van kleur worden ♢ de gordijnen verkleurden in...

v., forblikke, -blikje, -sjitte, -kleure, -skine.

...

(verkleurde, is verkleurd), 1. van kleur veranderen : zij verkleurde, toen zij dat hoorde. werd bleek of schaamrood ; 2. ontkleuren, de kleur verliezen : die kleur is niet vast, de japon zal gauw verkleuren.

verkleurde, h., i. verkleurd (van kleur veranderen: 1 de kleur doen verliezen, w.i.g.; 2 de kleur verliezen, inz. verbleken): 1 door de zon is het kleed verkleurd; 2 zij verkleurde op dat woord.

(verkleurde, verkleurd) I. (heeft) W. g. van kleur doen veranderen. II. (is) 1. van kleur veranderen. Syn. verschieten. 2. verbleken: bij het vernemen van dat nieuws verkleurde hij.

(verkleurde, is en heeft verkleurd), van kleur veranderen, m.n. verbleken: zij verkleurde, toen zij dat hoorde; zijn kleur doen verliezen: de zon verkleurt de gordijnen.

...