verdoezelen
verdoezelen - Werkwoord 1. (ov) trachten aan de aandacht te onttrekken ♢ Ze trachtten te verdoezelen dat er veel geld verdwenen was. Woordherkomst Afgeleid van doezelen met het voorvoegsel ver-
Wat is de betekenis van verdoezelen?
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
verdoezelen
verdoezelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-doe-ze-len 1. ervoor zorgen dat anderen het niet zien of merken ♢ hij probeert de waarheid te verdoezelen Regelmatig werkwoord: ver-doe-ze-len ik verdoezel ...
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Verdoezelen
(verdoezelde, heeft en is verdoezeld), 1. doezelend doen verdwijnen, minder scherp maken, doen vervagen: zijn beginselen verdoezelen; je hoeft dat niet te verdoezelen, je kunt precies zeggen hoe het i 2. vaag worden : de grenzen tussen het al of niet geoorloofde zijn grotendeels verdoezeld.
Modern Woordenboek
Jozef Verschueren (1930)
verdoezelen
(vər'doezələn) (verdoezelde, heeft verdoezeld) vervagen : zijn beginselen –. Syn. wegdoezelen.
Oosthoek Encyclopedie
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Verdoezelen
(verdoezelde, heeft en is verdoezeld), doen vervagen: zijn beginselen verdoezelen; bemantelen: je hoeft dat niet te verdoezelen, je kunt precies zeggen hoe het is.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
J.H. van Dale (1898)
VERDOEZELEN
VERDOEZELEN - (verdoezelde, heeft verdoezeld), wegdoezelen, vervagen: zijn beginselen verdoezelen.
Gerelateerde zoekopdrachten