Wat is de betekenis van veracht?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

veracht

veracht - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verachten 2. gebiedenwijs van verachten 3. voltooid deelwoord van verachten

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Veracht

adj., hosk, forspein.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Veracht

bn., niet geacht; geminacht: alzo zegt de Here tot de verachte ziel (Jes. 49 : 7).

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Veracht

Veracht, bn. en dw. niet in achting. *-ELIJK, bn. en bijw. (-er, -st), laag, waard veracht te worden; met verachting. -HEID, v. gmv. *-ELOOZEN, bw. gel. (ik verachteloosde, heb verachteloosd), verwaarloozen. *-EN, bw. gel. niet achten, met minachting aanzien, - behandelen; trotseren. -D, bn. en dw. honend; minachtend; verachtelijk. *-ER, m., *-...