Wat is de betekenis van Ventje?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ventje

ventje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vent

2024-04-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Ventje

Ventje is aangedragen door een van de gidsen in het Jenevermuseum in Schiedam, met de mededeling dat deze borrel naam algemeen voorkomt. Net als jongetje - zie bij jonge - en kereltje maakt ventje duidelijk dat het drinken van een borrel in de eerste plaats wordt beschouwd als een mannenzaak. Juister gezegd: de jenever wordt gepersonifieerd als een...

2024-04-27
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Ventje

Pad te Zaandam-West, deels nog aanwezig tussen de Rozengracht en de Gedempte Gracht, iets oostelijk van het Rustenburg. Het pad ontstond op een ven, een klein stuk land om beweid te worden, dat in 1650 werd verkaveld en in woonpad veranderd. Tot de laatste huizen verdwenen, was het een typisch arbeiderspad. Het achtervoegsel 'ven' is vroe...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ventje

o. (-s), 1. mannetje, kereltje: een klein, dik ventje ; ook van en tot kinderen gezegd ; 2. in de uitdr. het ventje zijn, er bovenop, beter, hersteld zijn.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ventje

o. ventjes (knaapje, jongetje, ook als aanspreking): lief ventje; dan ben je het ventje, het heertje.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ventje

o. (-s), 1. mannetje, kereltje: een klein, dik ventje; 2. jongetje: een aardig ventje; 3. in de uitdr.: weer het ventje zijn, hersteld zijn.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)