Wat is de betekenis van VEILIGEN?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Veiligen

(veiligde, heeft geveiligd), (veroud., dicht.) beveiligen.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

veiligen

veiligde, h. geveiligd (beveiligen, beschutten, beschermen); refl. zich veiligen voor gevaar.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

veiligen

('veiləgən) (veiligde, heeft geveiligd) beveiligen : zich voor gevaar.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VEILIGEN

VEILIGEN - (veiligde heeft geveiligd), (w. g.) beveiligen.

Gerelateerde zoekopdrachten