Wat is de betekenis van vazelen?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vazelen

1) (16e eeuw, vero.) (inf.) geslachtsgemeenschap hebben, copuleren, neuken*. Vazel is een verouderd woord voor het vrouwelijk geslachtsdeel. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • Vazelen betekent 'geslachtsgemeenschap hebben'. Sommige aanhangers van de hypothese dat vasten en vazel samen vastel hebben opgeleverd, beroepen zi...

2024-04-29
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

vazelen

vazelen - coïre; van vazel. Als hij... u wil kietelen aan u been Met u wil viesle, voesle, vaasle, Zult gij 't hem niet beletten?, De 10 art. d. Huw. [± 1900].

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Vazelen

(Barg.) vals spelen

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vazelen

(vazelde, heeft gevazeld), (Barg.) vals spelen.

2024-04-29
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

vazelen

vals spelen. Pas op, Bok, dat je niet vazelt, want dan knok ik je lampies dicht. Je knokt niks, je zult het wel laten.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

vazelen

vazelen - (argot), valsch spelen.

Gerelateerde zoekopdrachten