vastplakken
...
Van Dale Uitgevers (1950)
(plakte vast. heeft en is vastgeplakt), 1. (overg.) met kleefstof vastmaken. 2. (onoverg.) vast blijven kleven: hij scheen op zijn stoel vastgeplakt, het leek of hij niet overend kon komen.
J.H. van Dale (1898)
VASTPLAKKEN - (plakte vast, heeft en is vastgeplakt), plakkende vastmaken, verbinden; hij scheen op zijn stoel vastgeplakt, hij stond in het geheel niet op.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: