Wat is de betekenis van vastbinden?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vastbinden

vastbinden - Werkwoord 1. (ov) ketenen, bevestigen met veter of touw Ik zal dat wel even met een touwtje vastbinden. Antoniemen losmaken

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vastbinden

vastbinden - onregelmatig werkwoord uitspraak: vast-bin-den 1. er zo omheen doen dat het vast zit ♢ ze hebben zijn handen vastgebonden Onregelmatig werkwoord: vast-bin-den ik bind vast (... ik vastbind)...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vastbinden

v., fêstbine, ta-, bibine, bifiselje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vastbinden

(bond vast, heeft vastgebonden), door binden vastmaken: iets met touwen vastbinden; zijn armen werden vastgebonden.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vastbinden

bond vast, h. vastgebonden (door binden vastmaken): een tak vastbinden, een hond vastbinden.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vastbinden

(bond vast, heeft vastgebonden) 1. aan elkander binden: twee touwen -. 2. bindend vastmaken: een hand -.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VASTBINDEN

VASTBINDEN - (bond vast, heeft vastgebonden), aan elkander binden: twee touwen vastbinden; door binden vastmaken: de banden van een rok, de schoenen vastbinden.