van de kleverige gemeente zijn
(1909) (sch.) gierig zijn. • Met de zonderlinge kollekteerbussen in de hand verwijderen de vrouwen zich en Teuntje roept de laatste nog na: ‘Zeg, Leentje vergeet niet bij menheer Spikkel te gaan, die ouwe duitendief moet minstens een gulden geven.’ ‘Och mensch! Die is van de kleverige gemeente die schuift niet af, dá...