Wat is de betekenis van vakmanschap?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vakmanschap

vakmanschap - Zelfstandignaamwoord 1. vaardigheid in een beroep of handel, de vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren Het kunnen inkleden van een onderwerp met behulp van personificaties en door het gebruik van beeldelementen (dieren, planten, voorwerpen, kleuren) met een diepere betekenis maakte...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vakmanschap

vakmanschap - zelfstandig naamwoord uitspraak: vak-man-schap 1. beheersing van het vak ♢ deze timmerman beschikt over een groot vakmanschap Zelfstandig naamwoord: vak-man-schap het vakmanschap

2024-04-29
ABC van de Klinische psychologie

Henk T. van der Molen, Ellin Simon & Jacques van Lankveld (1997)

vakmanschap

Beheersing van arbeidsverrichtingen op een bepaald domein van de arbeidsdeling op basis van opleiding en ervaring.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vakmanschap

o., het vakman-zijn; beheersing van het vak.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vakmanschap

o. bedrevenheid een vakman eigen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vakmanschap

o., het vakman-zijn; beheersing van het vak.