vaarder
vaarder - Zelfstandignaamwoord 1. iets dat of iemand die vaart Woordherkomst Naamwoord van handeling van varen met het achtervoegsel -der
Wiktionary (2019)
vaarder - Zelfstandignaamwoord 1. iets dat of iemand die vaart Woordherkomst Naamwoord van handeling van varen met het achtervoegsel -der
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), die vaart, meest in samenst., vgl. Engeland-, Straat(s)vaarder.
Direct toegang tot alle 4 resultaten over VAARDER?
J.H. van Dale (1898)
VAARDER - m. (-s), die vaart.
Jacob van Lennep (1865)
z.n.m. - Is alleen in de samenstelling in gebruik, als in Kustvaarder, Groenlandsvaarder, Straatdavisvaarder enz.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.