Wat is de betekenis van vaandelen?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vaandelen

(1883) (Barg.) bemachtigen; achteroverdrukken*; ritselen*. 'Heb je nog wat gevaandeld?' 'Valt er nog wat te vaandelen?' • De nichtjes waren zoo overbluft, dat Gerrit in de buurt al meer dan vijf en twintig gulden en een paar sigaren had opgehaald ofte wel gevaandeld, eer zij van haren schrik waren bekomen. (Het Lee...

2024-04-27
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

vaandelen

Bargoens woord voor stelen, wegkapen. Endt (1974) denkt aan het zelfstandig fourageren van afdelingen soldaten onder dekking van het vaandel. De term dateert in deze betekenis al uit de achttiende eeuw. Dat er... wel een druppeltje petroleum zo nou en dan te vaandelen zou zijn. A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren. 1928

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vaandelen

(vaandelde, heeft gevaandeld), (niet alg.) bemachtigen, wegkapen, ophalen : daar valt niets te vaandelen ; we hebben weer wat voor je gevaandeld.

Gerelateerde zoekopdrachten