Wat is de betekenis van Uria?

m/v Hebr. '(mijn) licht (is) Jahweh’. Naam van de man van Batseba, vermeld in 2 Sam. 11. Ook op andere plaatsen in het O.T. komt de naam voor. Urias kwam in de 17e eeuw in gebruik; nu af en toe nog bij ouderen. Eenmaal als vr. naam aangetroffen.

man van Bathseba (zie aid.), een der officieren van David (2 Sam. 11:3); vgl. Uriasbrief in het Wdb.

(Hebr.: mijn licht is Jahwe), een van Davids helden, een Hethiet. David pleegde overspel met diens vrouw Bathseba en zond hem op verraderlijke wijze in de dood (II Sam. 11).

(Hebreeuwse persoonsnaam „mijn licht is Jahwe”). Onder de personen, die in het Oude Testament deze naam dragen, is vooral de echtgenoot van Bathseba, Davids legeroverste, bekend. Toen de koning, in afwezigheid van Uria, met Bathseba overspel had gepleegd, weigerde de veldoverste, die argwaan had gekregen, bij zijn terugkeer van het fron...

→ Bathseba.

➝ Zeekoeten.

(u'ri:a) veldheer van David die hem ten ondergang bracht door een brief aan Joab, om met zijn vrouw te kunnen huwen.

Uria - Zie ZEEKOET.

[Hebr., de Heer is mijn licht], oudtestamentische figuur, soldaat uit de Hettitische lijfwacht van koning David, wiens vrouw Bathseba door de koning werd verleid. David gaf Uria daarop een brief voor zijn commandant mee, waarin deze gelast werd Uria in het gevecht tegen Ammon in de voorste gelederen te plaatsen (2 Sam.11). De opzet gelukte: Uria sn...