Wat is de betekenis van Umbo?

2024-04-28
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Umbo

(m.), → trommelvlies

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Umbo

eigenlijk: Otto Umbehr, Duits fotograaf, *18.1.1902 Düsseldorf. Umbo studeerde aan het Bauhaus te Weimar, waar hij bij J.Itten diens Vorkurs volgde. Op instigatie van P.Citroen begon hij in 1925 te fotograferen. Zijn beste werk dateert uit de periode 1925—33. Tot zijn onderwerpen behoorden portretten, nachtelijke straatbeelden en poppen....

2024-04-28
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Umbo

(Lat.), sierknop of kegelvormige punt, oorspronkelijk bedoeld als versiering van een schild. Ook benaming voor het verhoogde middengedeelte van koperen en tinnen borden en schalen. In de umbo is dikwijls een ornament aangebracht.

2024-04-28
Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Umbo

oudste en meestal dikste gedeelte van de schelp van tweekleppigen, waar- omheen zich steeds nieuwe groeiringen afzetten naarmate het dier ouder wordt.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Umbo

ōnis, m. de verhevenheid, knop of kegel op het midden van het schild (die in het gevecht soms als stootwapen diende); vand. (poët.) meton. = schild; elleboog; vouw van een kleed.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

umbo

(Lat.) m. navel.

2024-04-28
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Umbo

(Lat., uitpuiling); 1. stipje, stigma, puntvormige bloeding; 2. = umbilicus. U. membranae tympanicae, navel van het trommelvlies, kuiltje ter plaatse van het handvat van den hamer.

2024-04-28
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Umbo

(Lat., uitpuiling), 1. stipje, stigma, puntvormige bloeding; 2. = umbilicus. U. membranae tympanicae, navel van het trommelvlies, kuiltje ter plaatse van het handvat van de hamer.