Wat is de betekenis van UITZUINIGEN?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitzuinigen

(zuinigde uit, heeft uitgezuinigd), door zuinigheid besparen, overhouden.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitzuinigen

v., útsunigje, -skroarje, -skroate.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitzuinigen

de huisvrouw zuinigde uit, h. uitgezuinigd (door zich te bekrimpen overleggen, uitsparen): een schep steenkolen uitzuinigen; beter uitzuinigen dan schulden maken.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitzuinigen

('uit) (zuinigde uit, heeft uitgezuinigd) door zuinigheid besparen, overhouden : beter dan schulden maken. Syn. →: overleggen.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITZUINIGEN

UITZUINIGEN - (zuinigde uit, heeft uitgezuinigd), besparen, door zuinigheid overhouden. UITZUINIGING, v. (-en); het uitzuinigen, besparing.

2025-07-17
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Uitzuinigen

zie sparen.