Wat is de betekenis van Uitwijking?

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

uitwijking

(de) emigratie. Algemeen wordt aangenomen dat alle christenen samen misschien nog een derde van de bevolking uitmaken, maar dat kan een stuk minder zijn. De moslimfamilies zijn gemiddeld groter, en de uitwijking is gemiddeld sterker bij christenen. - DM, 05-10-2002.

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

uitwijking

Emigratie. - Zie verder onder uitwijken en uitwijkeling. Zoo standvastig is Jan nu ook niet ... en ze weet niet, of de gedachte aan uitwijking naar de Walen tot in den wortel is uitgestoken, WACHTERS 1946, 130. Binnenlandse inwijking (5). Binnenlandse uitwijking (6). Overschot binnenlandse migratie (5) - (6) = (7), Maand jan....

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitwijking

v. (-en), 1. het uitwijken; 2. beweging waardoor, of afstand waarover iem. of iets uitwijkt; uitslag (van een wijzer).

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Uitwijking

1° (muziek) een niet definitieve → modulatie. 2° Ander woord voor → emigratie. 3° (Sterrenk.) → Digressie (3°).

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitwijking

v. (-en), 1. het uitwijken; 2. beweging waardoor, of afstand waarover iemand of iets uitwijkt; 3. (mechanica) amplitude.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten