Uitvalpoort
v. (-en),
M. J. Koenen's (1937)
v. uitvalpoorten (kleine poort van een vesting, waardoorheen men trekt bij een uitval op den vijand; fig. een streek, land, waardoor men gemakkelijk een vijandelijk gebied kan binnenvallen): Polen, de uitvalpoort voor Rusland.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
v. (-en) 1. kleine poort in een vesting, bij een uitval gebruikt. 2. Uitbr. streek waardoor men gemakkelijk een vijandelijk gebied kan binnenvallen : in de Wereldoorlog was Belgie voor de Duitsers de naar Frankrijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: