Uitvalpoort
v. (-en),
M. J. Koenen's (1937)
v. uitvalpoorten (kleine poort van een vesting, waardoorheen men trekt bij een uitval op den vijand; fig. een streek, land, waardoor men gemakkelijk een vijandelijk gebied kan binnenvallen): Polen, de uitvalpoort voor Rusland.
Jozef Verschueren (1930)
v. (-en) 1. kleine poort in een vesting, bij een uitval gebruikt. 2. Uitbr. streek waardoor men gemakkelijk een vijandelijk gebied kan binnenvallen : in de Wereldoorlog was Belgie voor de Duitsers de naar Frankrijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: