Wat is de betekenis van uitslaap?

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitslaap

uitslaap - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen ♢... dat ik uitslaap

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

uitslaap

uitgeslaap, voldoende slaap na inspanning of brassery; weg van tuiste slaap.