Wat is de betekenis van uitlachte?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitlachte

uitlachte - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitlachen ♢... dat ik uitlachte ♢... dat jij uitlachte ♢... dat hij, zij, het uitlachte

Gerelateerde zoekopdrachten