Wat is de betekenis van uithaal?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uithaal

m. (...halen), 1. het uithalen, inz. het uitwijken. 2. (zegsw.) een grote uithaal maken, zijn beste zaken ten toon spreiden bij een bezoek, (ook) zijn gasten ruim onthalen. 3. najaarsschoonmaak. 4. het aanhouden van een toon, lange galm.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uithaal

uithaal - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithalen ♢... dat ik uithaal

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uithaal

uithaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: uit-haal 1. keer dat je slaat of schopt ♢ na die uithaal had ik een blauw oog 2. keer dat je stem hoger en harder klinkt ♢ met een geweldige uithaal ei...

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

uithaal

uitgehaal, leegmaak; uitvoer (streke); uiterste bes doen.

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uithaal

s., úthael.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uithaal

m. uithalen (praal; schoonmaak gew.; het uitwijken; een lange galm bij het zingen): zegsw. een grote uithaal maken, vertoon.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uithaal

('uit) m. (...halen) het → uithalen inz. 1. (1) het eruit nemen. 2. (11) lange galm bij het zingen. 3. (12) praal, vertoon : een grote maken.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uithaal

m. (-halen), 1. het uitwijken; 2. (zegsw.) een grote uithaal maken, zijn beste zaken ten toon spreiden bij een bezoek, (ook) zijn gasten ruim onthalen; 3. schoonmaak; 4. lange galm.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITHAAL

UITHAAL - m. (...halen), het uithalen; — vertooning, praal: een grooten uithaal maken, zijne beste zaken ten toon spreiden bij een bezoek, (ook) zijne gasten flink onthalen; — het uithalen van een rijtuig voor het andere.