Wat is de betekenis van uiteenhouden?

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

uiteenhouden

(hield uiteen, uiteengehouden) uit elkaar houden, onderscheiden. We wilden beide verkiezingen, de federale en de Vlaamse, strikt uiteenhouden omdat anders het federale niveau het Vlaamse overvleugelt. - DS, 25-09-2002.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uiteenhouden

van elkaar scheiden,onderscheiden, niet verwarren: u moet die zaken goed uiteenhouden; ze lijken zo op elkaar, je kunt ze haast niet uiteenhouden.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uiteenhouden

we kunnen ze niet uiteenhouden, van elkaar onderscheiden.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uiteenhouden

(hield uiteen, heeft uiteengehouden) van elkaar onderkennen : twee stoffen, zaken -.