Wat is de betekenis van Uiteenbuigen, uiteendoen?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uiteenbuigen, uiteendoen

1. de samenstellende delen uit elkaar nemen; uiteenvouwen, -leggen enz. 2. (fig.), niet alg.) uitleggen, verklaren: ik zal u die zaak eens uiteendoen.

Gerelateerde zoekopdrachten