Wat is de betekenis van uitdiepen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitdiepen

uitdiepen - Werkwoord 1. (ov) dieper maken 2. (figuurlijk) (ov) grondig onderzoeken Woordherkomst samenstelling van uit en diepen

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitdiepen

v., útdjipje, -djippe; greppels —, útsnije; voren plat afstekende —, útsjoele.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitdiepen

(diepte uit, heeft uitgediept), dieper maken, op de gewenste diepte brengen, uitbaggeren: een kanaal, een rivier uitdiepen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitdiepen

diepte de sloot uit, h. haar uitgediept (dieper maken).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitdiepen

(diepte uit, heeft uitgediept) 1. diep(er) maken : een put -. Syn. slatten. 2. diep(er) in de betekenis ervan doordringen : een waarheid -.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITDIEPEN

UITDIEPEN - (diepte uit, heeft uitgediept), diep of dieper maken, uitbaggeren: een kanaal, eene rivier uitdiepen.

2024-04-19
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Uitdiepen

b.w. - Dieper maken, door uitbaggering enz. Een haven uitbaggeren.