Wat is de betekenis van UITBOUWING?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITBOUWING

UITBOUWING - (bouwde uit, heeft uitgebouwd), teneinde bouwen; — verder bouwen dan de grens (gewoonlijk, eenigen tijd) is: een huis, eene stad uitbouwen, vergrooten; — (zeew.) het bovenste gedeelte van het schip breed naar buiten bouwen; — (landb.) uitputten (een akker). UITBOUWING, v.

Gerelateerde zoekopdrachten