Wat is de betekenis van UITBOTTEN?

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

uitbotten

het uitlopen van planten in het voorjaar.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitbotten

v., útbotsje, -botte, -sprute.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitbotten

(botte uit, is uitgebot), knoppen krijgen, uitlopen: de bomen botten uit; (fig.) zich beginnen te tonen: het is de plaag der melaatsheid, zij is door de zweer uitgebot (Levit. 13:20).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitbotten

botte uit, i. uitgebot (knoppen krijgen): de wijnstok begint uit te botten, er komen bladknoppen aan.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitbotten

('uid) (botte uit, is uitgebot) 1. botten, knoppen krijgen, ontkiemen : de bomen botten uit. 2. zich in de gevolgen beginnen te tonen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitbotten

(botte uit, is uitgebot), knoppen krijgen, uitlopen.

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITBOTTEN

UITBOTTEN - (botte uit, is uitgebot), knoppen krijgen, ontkiemen : de boomen botten uit; (ook fig.) zich in de gevolgen beginnen te toonen. UITBOTTING, v. het uitbotten.

Gerelateerde zoekopdrachten