Wat is de betekenis van uitbetaling?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitbetaling

uitbetaling - Zelfstandignaamwoord 1. de actie van het uitbetalen De uitbetaling werd direct afgehandeld. Woordherkomst Naamwoord van handeling van uitbetalen met het achtervoegsel -ing.

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitbetaling

uitbetaling - zelfstandig naamwoord uitspraak: uit-be-ta-ling 1. het uitbetalen of uitbetaald worden ♢ de uitbetaling van de kosten gebeurt een keer per maand 2. uitbetaalde som ♢ ik heb een uit...

2024-04-30
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

uitbetaling

uitbetaling - Het ter beschikking stellen van gelden of voorzieningen, met name uit publieke middelen.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitbetaling

s., útbitelling.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitbetaling

v. (-en), 1. het uitbetalen. 2. uitbetaalde som.