uit de tijd zijn
(1920) (i.p.v. zijn ook: gaan) (euf.) dood zijn. De overledene verlaat de aardse wereld en betreed het eeuwige, tijdloze. • Eufemismen voor sterven zijn o.a. overlijden (in M.E. taal nog gevoeld als: voorbijgaan) heengaan, verscheiden, niet meer zijn, ontslapen, inslapen, de ogen sluiten, de eeuwige rust ingaan, de laatste adem uitblazen, uit...