uilenbal, uilenbol, uilenkiek, uilenkop
(17e eeuw) (scheldw.) domoor. • Zie je dien uilekop daar! (het Centrum, 01/03/1926) • Ben ik stom! Ben ik dom! Zeg uilebal wat denk jij wel! (Heere Heeresma: Han De Wit gaat in ontwikkelingshulp. 1972) • Nou, jijzelf toch ook niet, uilekiek! (Ben Borgart: De slakken van Canêt d'Olt. 1973) • ... zo'n uilebal ken geen kro...