uientapper
(1898) (inf.) moppenverteller. • Nadat van zijn talent als „uientapper" was genoten, trad zijn echtgenoote op, wier voordrachten uitnemend voldeden, zoodat het ouderpaar krachtig applaus in ontvangst had te nemen. (De Gooi- en Eemlander, 20/07/1928) • Zoo is de Bredasche turfschipper een uientapper geworden en komt de hutspot niet...