Wat is de betekenis van tweewielig?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tweewielig

bn., met twee wielen: een tweewielig rijtuig.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tweewielig

tweewielig - Bijvoeglijk naamwoord 1. uitgerust met twee wielen Deze weg is alleen toegankelijk voor tweewielige voertuigen, zoals motorfietsen en voor ruiters te paard. Woordherkomst Samenstellende afleiding van twee en wiel met het achtervoegsel -ig

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tweewielig

bn. tweewield.

Gerelateerde zoekopdrachten