Wat is de betekenis van tussenuit?

tussenuit - Bijwoord 1. prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord: een ingesloten situatie verlatend ♢ ertussenuit: Hij kwam er niet tussenuit. Woordherkomst samenstelling van tussen en uit

tussenuit - bijwoord uitspraak: tus-sen-uit 1. tussen twee dingen uit ♢ er steekt een papier tussenuit 1. er even tussenuit gaan [even rust nemen, weggaan] Bijwoord: tus-sen-u...

bw., 1. tussen twee voorwerpen uitkomende: daar steekt een papier tussenuit. 2. vrijkomende, zich bevrijd hebbende van: met moeite kwam ik er tussenuit; — hij trok er tussenuit, hij ging weg (uit die omgeving).

bw.: ik ben er eindelijk tussenuit, a) tussen het gedrang uit, b) uit de werkzaamheden, c) weg, d) heb die betrekking gelukkig niet meer.

(tussən'uit) bw. tussen uit : daar steekt een lint -; ertrekken, weggaan: erzijn, uit het gedrang of uit de werkzaamheid of uit een betrekking of weg zijn.

bw., 1. tussen twee voorwerpen uitkomend: daar steekt een papier tussenuit; 2. vrijkomend, zich bevrijd hebbend van.