Wat is de betekenis van tussenpoos?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tussenpoos

tussenpoos - zelfstandig naamwoord uitspraak: tus-sen-poos 1. de tijd tussen twee gebeurtenissen in ♢ er zat een lange tussenpoos tussen die twee reizen 1. met tussenpozen [af en toe, nu en dan]...

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tussenpoos

rustyd; afwisseling; tussentyd.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tussenpoos

s., tuskenskoft (it); bij tussenpozen, by setten.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tussenpoos

v. (...pozen), rusttijd tussen twee in enig opzicht met elkaar samenhangende handelingen; — bij tussenpozen, nu en dan, intermitterend: zonder tussenpozen, onafgebroken.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tussenpoos

v. -pozen; rust tussen twee handelingen, afwisseling: bij tussenpozen liet zich de koekoek horen, nu en dan.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tussenpoos

('tussən) v. (...pozen) poos. rusttijd tussen twee handelingen in : een in het spel; bij ...pozen, nu en dan.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tussenpoos

v./m. (-pozen), rusttijd tussen twee handelingen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)