Wat is de betekenis van tukje?

2024-04-26
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Tukje

Zie Tuik

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tukje

tukje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tuk

2024-04-26
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Tukje

v~> Tuik (Fri.).

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tukje

s.n., knipperke (it).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tukje

o. (-s), kleine tuk, bep. dutje: een tukje doen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tukje

o. -s; dutje: een tukje doen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tukje

(‘tukjə) o. (-s) bijvorm (?) van dutje.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tukje

o. (-s), dutje.