Wat is de betekenis van tuinhuisje?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tuinhuisje

tuinhuisje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tuinhuis

2024-04-28
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Tuinhuisje

Dit kleine huisje in de tuin wijst op geheimen. Dit zou bijvoorbeeld een geheime liefde of het kennen van geheimen van anderen kunnen zijn. Precieze aanwijzingen kunnen andere symbolen geven. (Zie ook ‘Tuin’, ‘Huis’).

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tuinhuisje

s.n., túnhúske (it), stoepke (it).

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tuinhuisje

o. (-s), klein tuinhuis; prieel.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tuinhuisje

o. (—s) 1. klein tuinhuis. 2. Uitbr. prieel.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tuinhuisje

o. (-s), prieel.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)