Wat is de betekenis van tuinbouwleraar?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tuinbouwleraar

m. (-s), leraar in de tuinbouw, aan een tuinbouwschool.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tuinbouwleraar

m. -leraren, -s; leraar in de tuinbouw aan een tuinbouwschool.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tuinbouwleraar

('tuin) m.(...raren,-s) l. Alg.leraar in de tuinbouw. 2. Inz.leraar aan een tuinbouwschool.

Gerelateerde zoekopdrachten