Tuber
Knobbel.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. bĕris, n. knobbel, bult, buil, gezwel; fig., tubera, builen = grote fouten (tegenover verrucae, blaasjes = kleine fouten), Hor. 2. tŭbĕr, ĕris, m. een soort van appels.
dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)
tuber, knobbel; tuber ischiadicum, tuber ischii, zitbeensknobbel; bijv. nw. tuberal, tuberous.
Herman Pinkhof (1923)
(Lat., knobbel, meerv. tubera). T. ampullare, in de ampullae der canales semicirculares (zie ald.). T. amygda1oideum, = nucleus amygdalae. T. calcanei, ruwe knobbel aan de achterzijde van het hielbeen. T. carotideum, = tuberculum carotideum. T. cavernosum, onderrand van den benedentak van het zitbeen, waar het corpus cavernosum penis bevestigd is....
dr. H. Pinkhof (1923)
(Lat.), knobbel, meerv. tubera. T. ampullare, in de ampullae der canales semicirculares (zie ald.). T. amygdaloideum, = nucleus amygdalae. T. calcánei, ruwe knobbel aan de achterzijde van het hielbeen. T. carotfdeum, = tuberculum carotideum. T. cavernósum, onderrand van de benedentak van het zitbeen, waar het corpus cavernósum...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Tuber - 1) plantengeslacht der Eutuberaceeën, een familie der Ascomyceten, zwammen, diè voornamelijk onderaardsch groeien. Zie TRUFFEL. — 2) Latijnsche naam voor knol, in het bijzonder gebruikt bij geneeskrachtige plantendeelen, b.v. Tubera Aconiti, de knollen van de Monnikskap, Aconitum Napellus.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
geslacht van zwammen, behorend tot de klasse Ascomycetes, ca. 50 soorten ondergronds groeiende zwammen met bolvormige, massieve vruchtlichamen, die op doorsnede ‘gemarmerd’ zijn. Inheems in Europa, Noord-Afrika en Noord-Amerika. Zeer gezocht als lekkernij is de truffel, Tuber melanospermum, die zeer geurig is (truffe de Périgord)...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: