Wat is de betekenis van truttig?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

truttig

truttig - Bijvoeglijk naamwoord 1. stijf van kleding, gedrag e.d, benepen, burgerlijk vooral betrekking hebbend op vrouwen Woordherkomst Afgeleid van trut met het achtervoegsel -ig

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Truttig

bn. en bw., treuzelig, harkerig, zeurderig.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)