trust
(zelfstandig naamwoord) [alg.] consortium - Een Nederlands-Brits consortium gaat de Noordzee droogleggen, zodat Nederland eindelijk een landgrens krijgt met Groot-Brittannië, Denemarken en Noorwegen.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] consortium - Een Nederlands-Brits consortium gaat de Noordzee droogleggen, zodat Nederland eindelijk een landgrens krijgt met Groot-Brittannië, Denemarken en Noorwegen.
Wiktionary (2019)
trust - Zelfstandignaamwoord 1. het (illegaal) samenwerken van bedrijven met het doel een monopoliepositie te krijgen 2. (juridisch) beheersvorm waarbij de beheerder handelt als eigenaar
Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)
trust - Engelse term voor een juridische opzet ofwel constructie om een bepaald vermogen te beheren. Iemand met een bepaald vermogen staat dat vermogen af ter beheer aan iemand anders, een persoon of een bedrijf.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. = vertrouwen] bedrijfsconcentratie voor het verkrijgen van macht of monopoliepositie; vorm van kapitaalbeheer met een beheerder.
Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)
Een uit het Angelsaksisch recht afkomstige term waarmee de juridische constructie wordt aangeduid gericht op het beheer van vermogen en die gebaseerd is op het beginsel van goed vertrouwen. Met name bij converteerbare obligaties wordt vrijwel altijd een trustee ingeschakeld.
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
vennootskap van sake, sakelui wat min of meer monopolie voer oor bepaalde goedere; samestelling van gelyksoortige belange tot een (onder trustee).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: