Wat is de betekenis van Troubleren?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Troubleren

(troubleerde, heeft getroubleerd), (<Fr.), troebel maken, verontrusten, storen; verwarren; vgl. Getroubleerd.

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Troubleren

troebel maken; in de war sturen; verontrusten; getroubleerd zijn: niet goed bij het hoofd zijn.

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

troubleren

troebel maken; verontrusten, storen.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

troubleren

getroubleerd; Fr. verontrusten, storen, verwarren; zie getroubleerd.

Gerelateerde zoekopdrachten