Wiktionary (2019)
triolet - Zelfstandignaamwoord 1. dichtstukje van acht regels, waarin de eerste regel na de derde wordt herhaald, en na de zesde de eerste twee regels 2. (muziek) triool Woordherkomst afgeleid van het Franse 'triolet' (met het voorvoegsel tri-)
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
gedicht van 8 regels, waarvan de eerste met de vierde overeenstemt; de eerste twee regels keren aan het eind terug; rijmschema: abbaabab.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), v. (-ten), dichtstukje van 8 regels, waarin de eerste regel na de derde wordt herhaald, en na de zesde de eerste twee regels; de zesde regel rijmt met de eerste, de derde en vijfde met de tweede.
Jacon Kramers Jz (1948)
o. 1 achtregelig couplet, waarbij het 1ste vers na het 3de en het 3de en 2de na het 6de herhaald worden; 2 zie triole.
M. J. Koenen's (1937)
v. trioletten; Fr. drieklankdicht met 8 (soms 12) versregels, waarvan de eerste tweemaal terugkeert en wel als 4de en 7e regel, terwijl de 2e nogmaals als 8e regel voorkomt; rijmschema aba, aab, ab.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
