TRILGRAS
→ Bevertjes.
drs. L.A. Beeloo (1981)
een sierlijk weidegras, waarvan de aartjes met de schelpvormige kafjes door de geringste wind in beweging worden gebracht.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., vrij algemeen voorkomende grassoort (Briza media) met rechtopstaande open pluimen en knikkende aartjes.
Winkler Prins (1949)
(Briza media), fraaie grassoort met losse pluim, hangende aartjes, die meestal even breed als lang zijn. Groen met bruin en violet.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(Briza L.), grassengeslacht met 20 soorten, vnl. in Midden- en Zuid-Europa, pluimgrassen met hangende, hartvormige of 3-hoekige, zijdelings samengedrukte, meerbloemige aartjes met kleine kelkkafjes, onderste kroonkafjes met afgeronde rug en zonder kafnaalden. De overblijvende B. media L. komt in Nederland algemeen op vochtige plaatsen...
John Kooy (1933)
veel op droge gronden groeiende grassoort met knikkenden stengel en 5 tot 7 cm lange aartjes.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: