trigger
(zelfstandig naamwoord) [alg.] aanzet, aanleiding, prikkel, stimulans; katalysator, ingangzetter - De bouwvalligheid van de toren was aanleiding om dan maar meteen de hele kerk onder handen te nemen. - De dood van de jonge zwarte was een katalysator om de politie te hervormen en het maatschappelijk werk te versterken.