Wat is de betekenis van tribune?

tribune - Zelfstandignaamwoord 1. de plaatsen voor het publiek ♢ Vanaf deze tribune heb je hartstikke goed zicht. Woordherkomst afgeleid van het Franse 'tribune'

tribune - zelfstandig naamwoord uitspraak: tri-bu-ne 1. schuin oplopende rijen zitplaatsen voor toeschouwers ♢ op de tribune zaten honderden Ajax-supporters 1. de publieke tribune [een aparte tribu...

(de; -s) SP - geheel van oplopende rijen zitplaatsen voor toeschou wers bij een wedstrijd, syn. grandstand; een overdekte tribune bij de 18e hole

geheel van zitplaatsen; galerij; spreekgestoelte; stellage met zitplaatsen voor toeschouwers

een verhoogde plaats, b.v. een spreekgestoelte of de oplopende rijen zitplaatsen rond een sportterrein.

verhoog; spreekgestoelte; oplopende rye sitplekke.

spreekgestoelte; plaats voor het publiek en de verslaggevers in raads- of vergaderzalen; rijen verheven zitplaatsen voor toeschouwers bij wedrennen, feestelijkheden, intochten, enz.

s., tribune.

spreekgestoelte; galerij; tribune; orgelkoor; tribune des journalistes, perstribune.