Wat is de betekenis van treuzelaar?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

treuzelaar

treuzelaar - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die niet opschiet en te veel tijd verdoet Schiet nou eens op, treuzelaar! Woordherkomst Naamwoord van handeling van treuzelen met het achtervoegsel -aar

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Treuzelaar

s., kliemer, fimelder.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Treuzelaar

Treuzelaar - m., TREUZELAARSTER, v. (-s), talmer, talmster.